Publicatie

Joost Ramaer

Afgemeten en uitgebeend
Leven en werk van Alex van Warmerdam

1 – Een unieke broedplaats van talent
Een jeugd temidden van theater, muziek en decors

Oudste kinderen gaan vaak gebukt onder hun positie in het gezin. Ze moeten iedere meter eigen ruimte, iedere decibel muziek die zij laten klinken in hun kamer, ieder uur van de uitgaansnacht bevechten op ouders voor wie het ook allemaal nieuw is, de fasen die zo’n eerste kind doorloopt. De taaie, niet aflatende strijd, of juist het gebrek daaraan – het kind wil niet, of durft niet, en tracht zich te voegen, zonder oog voor de schade aan zijn karakter – leidt even vaak aan beide kanten van het front tot ongemak en onbehagen. Stille verwijten en verwijdering over en weer, smeulende sintels die nooit worden uitgetrapt tijdens een stevige ruzie of een goed gesprek.

Alex van Warmerdam is een zelfbewust oudste kind. Vrijwel vanaf zijn geboorte is het alsof hij er altijd al was geweest. Hij is opstandig noch stil en verlegen – althans, niet meer of minder dan andere kinderen. Wel ongebruikelijk is zijn vasthoudendheid. Misschien is dat wel wat zijn moeder lastig aan hem vindt. De kleine Alex geeft geen bovengemiddelde aanleiding tot roe of gard, en toch heeft zij de handen aan hem vol. De Haarlemse Thea van Warmerdam-de Vos is getrouwd op haar 21ste, en Alex wordt al een jaar later geboren, op 14 augustus 1952. Jong moeder geworden, is zij onzeker over haar rol, en Alex doet weinig moeite haar op haar gemak te stellen. Als peuter loopt hij met enige regelmaat weg van huis, zijn moeder in diepe zorgen achterlatend. Eén keer wordt hij thuisgebracht door een buschauffeur, die de kleine Alex – hij was twee of drie jaar oud – ver van de ouderlijke woning bij een halte had aangetroffen.

Het zijn kwellingen die Thea meestal alleen heeft te doorstaan. Haar man Peter van Warmerdam, geboren en getogen in Spaarndam, is zelden thuis. Uit noodzaak, niet uit vrije keuze. Als jongen kan Peter al goed tekenen, maar hij weet jarenlang niet wat hij wil worden. Pas in 1945 – hij is dan 24 – vindt hij zijn roeping. Een kennis attendeert hem op een advertentie voor een toneelknecht bij de Haarlemse schouwburg. Er staat al een hele rij aspiranten voor het theater, maar het is Peter die wordt aangenomen. Wat volgt, is een bestaan van minimale verdiensten en maximale hartstocht. Iedere avond dat er in de schouwburg wat te doen is – en dat zijn er minimaal vijf in de week – moet Peter ter plaatse zijn. Overdag helpt hij met het opbouwen en afbreken van de voorstellingen en allerlei andere klussen, zoals het schilderen van reclameborden. Eens in de vier jaar krijgt hij één kerstdag vrij. Voor al die lange uren wordt de toneelknecht slecht betaald. Zo slecht, dat Peter algauw zijn schaarse vrije tijd opoffert door tegen betaling decors te vervaardigen voor de vele amateurgezelschappen in Haarlem en omgeving. Om de omvangrijke decorstukken te kunnen vervoeren schaft hij zich een auto aan – begin jaren vijftig nog een bijzonder bezit. Zijn keuze valt op een bejaarde, maar aristocratische tweedehands: een Mercedes-Benz 170 naar vooroorlogs model, met grote ronde koplampen op sierlijk gewelfde spatborden. Het houten imperiaal op het dak voor het transport van de decors heeft Peter zelf gemaakt. Zo rijdt hij door Haarlem en omgeving. Met onderbrekingen: als de benzine bijna op is en Peter platzak, laat hij de Mercedes staan en neemt hij de fiets totdat hij weer voldoende geld heeft om te tanken.

Een gunstige bijkomstigheid van zijn minieme salaris is dat de toneelknecht en zijn gezin samen met een andere familie voor een zeer lage huur mogen wonen in de beheerderswoning in het Haarlemse Concertgebouw, dat met de schouwburg een organisatorische eenheid vormt. Theater en muziekpodium zijn dan nog in particuliere handen, en de programmering is een bonte mengeling van kunst en commercieel entertainment. In de kelder onder het huis van de Van Warmerdams repeteert het Noord-Hollands Philharmonisch Orkest, buiten in de tuin de acrobaten en evenwichtskunstenaars van het slappe koord, als er circusacts in de stad zijn.

Omdat hij er schik in heeft, én nooit geld, decoreert Peter ook zijn eigen woning. Met beschilderde houten planken suggereert hij een marmeren schouw. En als Alex en zijn broers – Marc wordt in 1954 geboren, Vincent in 1956 – geen school hebben, neemt hij ze vaak mee op zijn rondtochten langs de amateurtoneelverenigingen. Dan wachten ze in de auto tot hij klaar is.

In de schouwburg liggen zij al op jonge leeftijd onder het podium om de fontein in een operette gaande te houden. Muziek krijgen zij van hun moeder met de lepel ingegoten. Thea kan mooi zingen; zij is jarenlang actief geweest in een operettevereniging.

Zonder opzet of pedagogische bijbedoelingen creëren Peter en Thea een unieke omgeving, die geen kind onverschillig zou hebben gelaten. Alex en zijn broers – in 1961 volgt nog een tweeling, Anne-Marie en Liesbeth – groeien op met theater, muziek en de toegepaste kunst van Peters decors en decoraties. Alsof dat nog niet genoeg is, worden zij ook nog misdienaar in de kerk. Ook dat is theater: zodra de Latijnse mis wordt afgeschaft, is voor hen de lol eraf. Achteraf bezien heeft Alex van Warmerdam alles uit zijn omgeving gehaald wat hij nodig had voor zijn ontwikkeling als kunstenaar. Soms kun je dat nu nog horen aan de taal van zijn moeder, 80 jaar oud inmiddels. Als ze over haar oudoom vertelt bijvoorbeeld, een zanger en beeldhouwer die nog een tijdje bij de Duitse opera heeft gezongen: ‘Hij was zwak van zenuwen en is tamelijk jong gestorven.’

Vijf jaar wonen de Van Warmerdams in het Concertgebouw, en daarna nog een paar jaar in de Hannie Schaftstraat in Haarlem-Oost. Alex is eigenlijk altijd aan het tekenen, net als zijn vader heeft gedaan. In 1960 nemen Marc en hij deel aan een wedstrijd straattekenen waarvan een plaatselijke krant uitvoerig verslag doet. In de voorronde verslaat Marc zijn oudere broer door de tweede plaats te behalen. Beiden gaan door naar de finale. Nu wint Alex, en grijpt Marc tot zijn verdriet naast de prijzen.

Een jaar later wordt de toneelknecht Peter van Warmerdam toneelmeester van de schouwburg het Casino in Den Bosch. Met zijn gezin verhuist hij naar het pas opgeleverde nieuwbouwwijkje West 2 in Deuteren, een gehucht aan de rand van de stad. Ook daar zullen zij vijf jaar blijven. Net als in de moderne Vinex-wijken van nu laat de busverbinding naar Den Bosch geruime tijd op zich wachten. Thea voelt zich behoorlijk geïsoleerd. Ook Alex aardt niet echt in Brabant; bovendien raakt hij voortdurend in conflict met zijn onderwijzers. Hij weigert hun autoriteit zo maar te aanvaarden. Met zijn eeuwige gevraag – ‘Wie zegt dat dit boek gelijk heeft?’ – maakt hij zich niet geliefd.

Ook in Den Bosch verrijken de broers Van Warmerdam hun levenservaring vooral buiten het klaslokaal. Tijdens de viering van de koperen bruiloft van hun ouders spelen zij in de huiskamer in West 2 hun eerste echte toneelstuk, met een grote schare familie als publiek. Het is een bestaande tekst, De Volgende Zaak geheten, waarin een boef, een veldwachter en een rechter figureren. Alex speelt de boef, de meest dankbare rol. Marc is de rechter, en hun jongste broer Vincent de veldwachter, die bijna geen tekst heeft. De opvoering is een groot succes, en wordt vastgelegd op zwart-witfoto’s. Verder zien zij in Den Bosch hun eerste echte films – het medium dat Alex later beroemd zal maken. Zo maakt Lawrence of Arabia diepe indruk. In de film gaat een jongetje hulpeloos kopje onder in drijfzand. Marc kan weken niet slapen van die vreselijke scène.

Ofschoon Den Bosch zeker zijn sterke kanten heeft, is het al met al een bevrijding wanneer de Van Warmerdams kunnen terugkeren naar hun vertrouwde land van herkomst. In 1966 wordt Peter toneelmeester van de Stadsschouwburg Velsen in IJmuiden. Het gezin betrekt een woning boven de schouwburg met een ruim bemeten dakterras, dat een prachtig uitzicht biedt over de wijde omgeving. Een klapraam boven het aanrecht in de keuken geeft toegang tot de filmcabine. Als je tijdens een voorstelling een luik naast de projector openzet, golft de zware warme lucht van de volle zaal met zijn geuren van zweet en natte jassen de cabine in. De jongens hoeven maar een paar trappen af te hollen en een paar deuren door te gaan om alles te kunnen zien wat er op het podium en het witte doek wordt vertoond, en maken daar gretig gebruik van. Bovendien bieden de grafische school, en daarna de Rietveld Academie, Alex eindelijk leeromgevingen waarmee hij wel uit de voeten kan.

Al snel valt in IJmuiden nog veel meer te genieten. De havenstad vibreert volop mee met de opkomst van de popmuziek en de maatschappelijke veranderingen van de late jaren zestig. Op het toneel, achter het brandscherm van zijn schouwburg, begint Peter van Warmerdam in 1969 werkgroepen voor cabaret, traditioneel en experimenteel theater die het amateurtoneel in de IJmond op een hoger plan moeten brengen. Het Witte Tejater, zoals het initiatief gaat heten, wordt een levendige mengeling van discussies, workshops, repetities en voorstellingen, waaraan amateurs en professionele acteurs op voet van gelijkwaardigheid meedoen.

Ook de broers Van Warmerdam. Het Witte Tejater raakt bekend tot ver buiten IJmuiden. Theatermakers en -recensenten uit het hele land komen in IJmuiden een kijkje nemen, onder wie ook een groep studenten aan de Amsterdamse Toneelschool. Een van hen is Olga Zuiderhoek. Na afloop van het stuk waarin ze meespeelt laat ze een ceintuur liggen in de kleedkamer. Later krijgt ze die teruggestuurd. Alex had hem zien liggen en zich herinnerd van wie hij was. Haar spel had indruk op hem gemaakt. Tot de vele artiesten die geïnteresseerd raken in de IJmuidense pioniers behoren ook de leden van het Hauser Kamer Orkest, een band die is genoemd naar de broers Dick en Rob Hauser, respectievelijk basgitarist en saxofonist. De andere leden zijn pianist Gerard Atema, drummer Eddie Wahr, zanger Chris Bolczek en gitarist Thijs van der Poll. De laatste drie komen zelf uit IJmuiden. Samen met Alex en zijn broers beginnen de jonge muzikanten popmuziek te vermengen met theater, op een manier die nergens anders wordt vertoond.

Overige hoofdstukken
2 Net rocksterren – Hauser Orkater: het ontstaan van een legende
3 De artiest is de baas, niet het publiek – Alex de auteur maakt zich los uit het collectief
4 Een mijlpaal in de Nederlandse film – Abel, of de vaste hand van een beginnend regisseur
5 Een hermetisch sprookje – De Noorderlingen: het einde is ‘happy’ noch ‘sad’
6 Zelf boomhutten bouwen, zonder hulp van een vader – Schaken op vele borden tegelijk
7 Eén groot spiegelpaleis van de kunsten – Meesterschap in vele disciplines

  • Group 2 Copy Alex van Warmer­dam
  • Group 2 Copy Juryrapport
  • Group 2 Copy Toespraak staatssecretaris
  • Group 2 Copy Toespraak Alex van Warmerdam
  • Group 2 Copy Biografie
  • Group 2 Copy Publicatie
  • Menu