Biografie
Marlene Dumas (1953) groeide samen met haar twee oudere broers op in Jacobsdal, de wijnboerderij van haar vader in Kuilsrivier, Zuid-Afrika. Met Afrikaans als moedertaal ging ze in 1972 naar de Engelstalige Universiteit in Kaapstad. Daar behaalde ze in 1975 een Bachelorgraad in Fine Arts. Met een studiebeurs voor twee jaar koos zij voor Europa, en specifieker voor Nederland, vanwege de taalverwantschap. Taal is voor Dumas naast beeldende kunst een belangrijk uitdrukkingsmiddel. Ze geeft opvallende titels aan haar tentoonstellingen en haar afzonderlijke werken. Ze schrijft teksten op haar werk en maakt notities en commentaren bij haar werken. Deze teksten zijn gebundeld in de publicatie Sweet Nothings (1998).
In Nederland werkte zij van 1976 tot 1978 bij Ateliers ‘63 in Haarlem. Twintig jaar later, in 1998, keerde ze als vaste begeleider terug naar de kunstopleiding De Ateliers, inmiddels gevestigd in Amsterdam. Daarnaast heeft Marlene Dumas op verschillende andere Nederlandse kunstinstituten les gegeven.
In 1978 werd haar werk voor het eerst, in het Stedelijk Museum in Amsterdam, tentoongesteld. Tijdens deze expositie, Atelier 15 (10 jonge Kunstenaars), was ook werk te zien van René Daniëls en Ansuya Blom. In 1982 werd haar werk getoond in Bazel, onder de noemer Junge kunst aus die Niederlanden. In datzelfde jaar vroeg Rudi Fuchs haar deel te nemen aan documenta 7. In 1983 kreeg zij haar eerste solotenstoonstelling bij galerie Helen van der Meij /Paul Th. Andriesse in Amsterdam, Unsatisfied Desire. In 1984 nodigde het Centraal Museum haar als eerste uit een solotentoonstelling maken. Dumas richtte deze solo in met collages, teksten en werken op papier onder de titel Ons Land Licht Lager dan de Zee. In 1985 maakte zij voor het eerst een tentoonstelling met uitsluitend schilderijen, The Eyes of the Night Creatures.
Vanaf eind jaren tachtig wordt haar werk deel in Europese groepstentoonstellingen opgenomen, zoals in de Tate Gallery in Londen, onder de titel Art from Europe (1987) en in Bilderstreit in Keulen (1989). Haar eerste grote buitenlandse solotentoonstelling opende drie maanden na de geboorte van haar dochter in de Kunsthalle in Bern: The Question of Human Pink (1989). In 1992 waren alle zalen van het Van Abbemuseum in Eindhoven gewijd aan haar tentoonstelling Miss Interpreted. Op deze solo volgde een tournee door Europa en aansluitend Amerika. Ook in 1992 was werk van haar te zien op Documenta IX, op uitnodiging van Jan Hoet. Haar eerste galeriesolo in New York bij Jack Tilton kreeg de toepasselijke titel Not from Here mee. Dat was in 1994, het jaar van de eerste vrije democratische verkiezingen in Zuid Afrika. En ook het jaar waarin zij in Frith Street Gallery in Londen samen met leeftijdgenoten Juan Muñoz en Thomas Schütte exposeerde. Chris Dercon stelde in 1995 de selectie samen voor de Nederlandse inzending naar de Biennale van Venetië. Hij koos voor drie vrouwen: Marlene Dumas, Marijke van Warmerdam en Maria Roossen.
Vanaf midden jaren negentig was Dumas’ werk te zien in tentoonstellingen over kunst uit Nederland, zoals Du concept à l’image (Parijs, 1994). Ook deed zij mee aan internationale, interdisciplinaire projecten als The 21st Century (Bazel, 1993), met onder meer Damien Hirst en Roni Horn en de Carnegie International (Pittsburgh, 1995). In 1996 waren onder anderen Mike Kelley, Thomas Schütte, Robert Gober en Rachel Whiteread haar sparring partners in het Hirshhorn Museum in Washington D.C. Het betrof daar de tentoonstelling Distemper: Dissonant Themes in the Art of the 1990s. In 1993 maakte Dumas de tentoonstelling Give the People What They Want bij Zeno X Gallery, Antwerpen. De werken uit deze tentoonstelling gingen daarna naar de overzichtstentoonstelling ‘Der zerbrochene Spiegel’, Positionen zur Malerei (1993), samengesteld door Kaspar König en H.U. Obrist. Andere deelnemende kunstenaars waren onder meer Luc Tuymans en Gerhard Richter. Andere belangrijke tentoonstellingen gewijd aan de schilderkunst waar Dumas met werk vertegenwoordigd was, zijn Trouble Spot: Painting (1999), Painting at the edge of the World (2001) en The Painting of Modern Life (2007). Haar werk was ook te zien in presentaties met de focus op Afrika, zoals op de Africus Biennale in Johannesburg (1995) en in Afrika Remix (2004-2006).
Hoewel Marlene Dumas sinds 1989 de Nederlandse nationaliteit heeft, zegt zij zelf:
Someone once remarked that I could not be a South African artist and a Dutch artist,
that I could not have it both ways.
I don’t want it both ways.
I want it more ways.
Het oeuvre van Dumas omspant inmiddels meer dan dertig jaar. In 2001 stelde Jonas Storsve van het Centre Pompidou haar eerste retrospectief van werk op papier samen onder de titel Nom de Personne. Deze tentoonstelling was aansluitend te zien in de New Museum, New York en in museum De Pont in Tilburg en kreeg als titel Name no Names mee. Tussen 2007 en 2009 toerde een retrospectief van haar gehele oeuvre in wisselende samenstelling langs drie continenten. Begonnen in Japan onder de naam Broken White, reisde dit overzicht onder de titel Intimate Relations naar Zuid-Afrika. Het is de eerste keer dat er zoveel werk van Dumas op haar geboortegrond te zien is. Het retrospectief werd afgesloten met een tournee langs het Museum for Contemporary Arts in Los Angeles, het Museum for Modern Art in New York en The Menil in Houston onder de titel Measuring your own Grave.
Prijzen en onderscheidingen
Voor haar activiteiten ontving Marlene Dumas verscheidene prijzen en onderscheidingen. In 1989 ontving zij de Sandberg Prijs en in 1998, specifiek voor haar tekeningen, de David Röell Prijs/Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor Beeldende Kunst. In 1998 kreeg zij de Coutts Contemporary Art Award. In 2010 ontving zij een Honorary Doctorate of the Faculty of Humanities, verleend door de Rhodes University, Grahamstown, Zuid Afrika. In 2011 werd zij onderscheiden met de Rolf Shock Prize for Visual Arts in Stockholm, het stiefzusje van de Nobelprijs. Haar gehele oeuvre werd dit jaar bekroond met de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten, de Johannes Vermeer Prijs 2012.
13
Selectie solotentoonstellingen
Marlene Dumas – Sorte, Fondazione Stelline, Milaan.
Forsaken, Frith Street Gallery, Londen.
Against the Wall, David Zwirner, New York.
Contra o Muro, Museu de Arte Contemporanaea de Serralves, Porto.
Tronies, Haus der Kunst, München.
Measuring your own Grave, The Menil Collection, Houston; The Museum of Modern Art, New York; The Museum of Contemporary Art, Los Angeles (2008).
For Whom the Bell Tolls, Zeno X Gallery, Antwerpen.
Magnetic Fields, Stiftung Museum Kunst Palast, Düsseldorf.
Intimate Relations, Standard Bank Gallery, Johannesburg; Iziko South African National Gallery, Kaapstad (2007).
Broken White, Museum of Contemporary Art, Tokio; Marugame Museum of Contemporary Art, Marugame, Japan.
Light and Dark; 1987-2007, Galerie Koyanagi, Tokio.
Wave and The Fog of War (samen met Marijke van Warmerdam), Le Case d’Arte, Milaan.
Man Kind, Galerie Paul Andriesse, Amsterdam.
Female, Kunsthalle Helsinki, Finland; Nordic Watercolourmuseum Skärhamn; Kunsthalle Baden-Baden.
Selected Works, Zwirner and Wirth, New York.
The Second Coming, Frith Street Gallery, Londen.
Con Vista al Celestiale (samen met Marijke van Warmerdam), Montevergini, Syracuse.
Hin und Weiter, BAWAG Foundation, Wenen.
Marlene Dumas – Time and Again, The Art Institute of Chicago, Chicago.
Marlene Dumas – Wet Dreams, Städtische Galerie Ravensburg, Ravensburg.
Suspect, Fondazione Bevilacqua la Masa, Venetië.
Name No Names, De Pont, Tilburg; New Museum of Contemporary Art, New York.
Time and Again, Zeno X Gallery, Antwerpen.
Loud and Clear, video production Ryuichi Sakamoto, Marlene Dumas, Erik Kessels, Stedelijk Bureau Amsterdam, Amsterdam.
Nom de Personne, Musée National d’Art Moderne, Centre Pompidou, Parijs.
All is Fair in Love and War, Jack Tilton/Anna Kustera Gallery, New York.
One Hundred Models and Endless Rejects, The Institute of Contemporary Art, Boston.
MD, Museum van Hedendaagse Kunst, Antwerpen; Camden Arts Centre, Londen; Henie Onstad Art Centre, Hovikødden, Oslo.
strippinggirls (samen met Anton Corbijn), Theater Instituut Nederland, Amsterdam; S.M.A.K., Gent.
M D – light, Frith Street Gallery, Londen.
Diletto/Laudanum (samen met Tracey Moffat), Le Case d’Arte, Milaan.
Miss World, Galerie Paul Andriesse, Amsterdam.
Fantasma, Fundação Calouste Gulbenkian – Centro d’Art Moderna, Lissabon.
Wolkenkieker, Produzentengalerie, Hamburg.
Marlene Dumas, Tate Gallery, Londen.
Pin-up, Museum het Toreke, Tienen, België.
Youth and other Demons, Gallery Koyanagi, Tokio.
Models, Salzburger Kunstverein; NGBK, Berlijn; Portikus, Frankfurt am Main (1995).
The Particularity of Being Human: Francis Bacon/Marlene Dumas, Malmö; Konsthall, Sweden; Castello di Rivoli, Turijn.
Love Hurts, Stampa, Bazel.
Chlorosis, Douglas Hyde Gallery, Dublin.
Not from here, Jack Tilton Gallery, New York.
Männeransichten, Kunst Station Sankt Peter, Keulen.
Give the People What they Want, Zeno X Gallery, Antwerpen.
Marlene Dumas, Bonner Kunstverein, Bonn; ICA, Londen.
Marlene Dumas. Works on paper, Le Case d’Arte, Milaan.
Miss Interpreted, Stedelijk Van Abbemuseum, Eindhoven; Institute of Contemporary Art, Philadelphia.
The Origin of the Species, Staatsgalerie Moderner Kunst, Bayerische Staatsgemäldesammlungen, München; Galerie Paul Andriesse, Amsterdam.
Couples, Museum Overholland, Amsterdam.
The Question of Human Pink, Kunsthalle Bern.
Waiting (for Meaning), Kunsthalle zu Kiel; Galerie Paul Andriesse, Amsterdam.
The Private versus the Public, Galerie Paul Andriesse, Amsterdam.
The Eyes of the Night Creatures, Galerie Paul Andriesse, Amsterdam
Ons land licht lager dan de zee, Centraal Museum Utrecht.
Unsatisfied Desire, Galerie Helen van der Meij/Paul Th. Andriesse, Amsterdam.
Marlene Dumas (samen met Reinoud Oudtshoorn), Felison, Velsen.
Marlene Dumas, Galerie Annemarie de Kruyff, Parijs.
Marlene Dumas (samen met Elizabeth de Vaal), Edelambachtshuis, Gouda.