Juryrapport
De Johannes Vermeer Prijs is de enige Nederlandse staatsprijs voor de kunsten. Hij wil bijzonder artistiek talent eren en het op een gezaghebbend podium de verdiende aandacht en erkenning geven. Ter voorbereiding van haar adviestaak verkent de jury het landschap van bijzonder scheppend talent. Zij richt zich daarbij op de verschillende terreinen en disciplines die het Nederlandse kunstleven rijk is. In de afgelopen jaren zijn kandidaten voorgedragen die zich onderscheiden op het terrein van de podiumkunst, de media en de fotografie. In 2012 overzag de jury opnieuw het selecte gezelschap van actieve Nederlandse kunstenaars dat zich over een langere periode met zijn werk op overtuigende wijze manifesteert. Van niet minder belang vindt de jury dat de kandidaat in het internationale krachtenveld een markante plaats bekleedt. Zo is het uiteindelijk de combinatie van de kwaliteit van het artistieke werk, de persoonlijkheid en de présence van de kunstenaar die doorslaggevend is bij de keuze van de jury. Die combinatie legt meer gewicht in de schaal dan de nominatie van een specifieke sector waarin de kunstenaar werkzaam is.
Met de genoemde criteria op tafel kwam snel en unaniem de naam van Marlene Dumas naar voren. Zij heeft in de loop der decennia een omvangrijk, uniek en herkenbaar oeuvre opgebouwd. In dat oeuvre zitten stilistische en thematische constanten, maar tegelijk wordt het gekenmerkt door voortdurende vernieuwing en verandering. De jury is er bovendien van overtuigd dat Dumas, gelet op haar onstuitbare energie en scheppingsdrang, nog lang toonaangevend zal zijn in de Nederlandse en internationale kunstwereld.
Leven en carrière
Marlene Dumas werd in 1953 in Zuid Afrika geboren. Zij groeide op in Stellenbosch waar haar vader wijn produceerde. Als kind al ontdekte zij de mogelijkheid om gedachten en voorstellingen in schetsen vast te leggen. Toen al bleek dat zij daarvoor met een bijzonder talent was begiftigd. Mede om die reden deed zij in Kaapstad een initiële kunstopleiding. Die sloot zij af met een bachelorgraad aan de Universiteit van Kaapstad. Tijdens deze studieperiode kreeg het idee om voor een loopbaan in de kunst te kiezen vastere vorm. Ze greep de mogelijkheid naar het buitenland te gaan aan en koos voor een plek waar zij de ontplooiingskansen voor beeldend kunstenaars groter schatte dan op haar geboortegrond. Zo kwam zij naar Nederland waar zij zich inschreef voor de vervolgopleiding Ateliers 63 in Haarlem. In 1977 rondde zij deze af, waarna ze nog een tweetal jaren psychologie studeerde aan de Universiteit van Amsterdam.
Omstreeks 1980 begon zij geduldig en overwogen aan haar carrière als beeldend kunstenaar. Amsterdam werd de vestigingsplaats voor het atelier, eerst aan de Prinsengracht, later in de Tolstraat. Zij koos in een vroeg stadium voor samenwerking met galeriehouder Paul Andriesse, en later keerde zij ook weer als begeleidend docent terug naar De Ateliers – de instelling was inmiddels naar Amsterdam verhuisd. Als begeleidend docent is zij daaraan sinds het midden van de jaren negentig verbonden gebleven. Door hard te werken en elke kans op exposities aan te grijpen wist Dumas aanvankelijk in kleine, later in steeds verder uitbreidende kring bekendheid te verwerven. Bekendheid die bij vakgenoten en publiek geleidelijk omsloeg in bewondering. Al in de late jaren tachtig wist ze zich in ons land een toonaangevende positie te verwerven, mede op grond van de uitnodigingen van buitenlandse musea met het verzoek werk van haar te mogen tonen. De laatste decennia wordt haar werk in Nederland vrijwel continu geëxposeerd, terwijl het is opgenomen in de vaste collecties van de belangrijkste publieke en private musea alhier.
In het begin van de jaren negentig waren er buiten Nederland al verschillende tentoonstellingen van Dumas’ werk: Parijs, London, de Verenigde Staten en Japan. Eenmaal doorgebroken naar het internationale podium heeft zij dat sindsdien nooit meer verlaten. In 2012 is Dumas’ werk in opvallend veel toonaangevende musea en galeries over de hele wereld te vinden, zoals in het Centre Pompidou in Parijs, het Museum for Modern Art in New York en de Tate Gallery in Londen. Vaak betreft het hier werk in de vaste opstelling, maar tegelijk wordt het werk verder verspreid in de stroom van elkaar opvolgende solo-exposities. In de planning staat een Europese serietentoonstelling in achtereenvolgens Amsterdam (Stedelijk Museum), Londen (Tate Modern) en Bazel (Fondation Beyeler).
Het oeuvre
Dumas’ werk is veelzijdig maar in die veelzijdigheid steeds herkenbaar. Zij maakt schilderijen, collages en tekeningen in serie. Daarbij vormen portretten en de weergave van de menselijke gestalte de rode draad. Ze beschikt over een gigantisch archief van door de tijden heen opgebouwd beeldmateriaal: kleurenmagazines, krantenknipsels en -foto’s, eigen polaroids en wat dies meer zij. Al dat materiaal is een belangrijke inspiratiebron, richtinggevend bij haar manier van werken. Met inkt op papier of geschilderd in onverwachte kleurcombinaties verbeeldt zij terugkerende thema’s: liefde en dood, schuld en onschuld, geweld en tederheid. Het zijn thema’s die haar werk zijn gaan beheersen vanaf het moment dat zij Ateliers ’63 verliet. Binnen de context van de heroplevende figuratieve schilderkunst ging zij haar eigen, toch weer naar abstractie neigende weg en gaf zij vorm aan haar werk op de schilderkunstige wijze die haar kenmerkt: confronterend, krachtig, rauw soms, maar ook lyrisch, emotioneel en intuïtief.
De contexten waarin de artistieke ontwikkelingen zich voltrekken zijn al even rijk en gevarieerd gestoffeerd. Dumas groeide op met het christelijk geloof en de bijbel. Dat gegeven is op gezette tijden terug te vinden in haar werk, de crucifixen, de Jezus-afbeeldingen. Zij reflecteert ook met teksten op het mysterie van het geloof. Zij kent het geloof een rol toe in andere dimensies van het leven, en in de schilderkunst. Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de pornografie en de voorliefde voor het onverbloemd en uitdagend afbeelden van mannelijk en vrouwelijk naakt. In die ondubbelzinnig directe afbeeldingen ziet zij een mogelijkheid last en lust rondom seks in balans te brengen Haar artistiek doen en laten wordt ook beïnvloed door herinneringen aan apartheid. Die hebben haar gevoelig gemaakt voor tegenstellingen: tussen rassen, klassen en seksen. Dat besef nam ze mee naar Nederland waar het haar aanzette om onze omgang met seks en porno, maar ook met misdaad en onschuld onder de loep te nemen. Met dergelijk werk verzacht ze vernederende en ontluisterende tegenstellingen tot geschilderde beelden van verscheidenheid. Met die instelling wordt Osama Bin Laden in dezelfde penseelstreken geschilderd als andere geportretteerden met een minder beladen achtergrond. Zo geeft ze verschijnselen die in het werkelijke leven onverzoenlijk lijken in haar atelier een plek naast elkaar.
Haar engagement – worsteling vaak – met de grote thema’s van het leven strekt zich ook uit naar de beeldende kunst zelf. Dat overleefde en ontoereikende medium stelt ze graag ter discussie. Maar, zo zegt ze tegelijk, de traditionele schilderkunst is haar enige mogelijkheid om stemmingen en gevoelens vast te leggen en op anderen over te brengen. Het is op dit punt waar ze zoveel andere schilders achter zich laat: de onnavolgbare manier waarop zij haar schilderijen en tekeningen met gevoelens kan laden. Met dat magische, welhaast mystieke procédé bereikt zij een eenzame hoogte. Daar zijn de verbeelde emoties zó direct en krachtig dat niemand die haar werk ziet zich aan de werking ervan kan onttrekken. Het werk van Marlene Dumas is onontkoombaar.
Gronden van verlening
De jury van de Johannes Vermeer Prijs 2012 prijst Marlene Dumas voor haar indrukwekkende oeuvre. Al meer dan dertig jaar bereikt ze met haar werk en exposities de hoogste vorm van poëtische verbeelding. Bewonderenswaardig is ook haar onuitputtelijke energie en haar vermogen zich in wisselende onderwerpen te verdiepen. Van jaar tot jaar weet zij haar publiek met nieuw werk te verrassen en opnieuw van haar unieke kwaliteit te overtuigen.
De jury heeft ook bewondering voor de manier waarop Dumas in het vak staat. Ze laat nooit na haar werk voor tentoonstellingen van een maatschappelijke context en een persoonlijke duiding te voorzien. Dumas reflecteert doorlopend op de schilderkunst en het kunstenaarschap in het algemeen. Dat doet ze met literaire teksten en commentaren, en met lezingen die ze met grote regelmaat op uitnodiging van musea en universiteiten houdt.
Marlene Dumas is een begenadigd vakvrouw en een unieke kunstenaar die over haar vak en medium blijft nadenken. Ze is bovendien ook een mooie persoonlijkheid. Ze blijft trouw aan haar eenmaal gekozen professionele partners: haar galerie, haar opleiding, haar studenten die zij nog steeds begeleidt en die ze lichting na lichting helpt het moeilijke pad naar de kunstwereld op te gaan. Ze heeft zorg over de beroepsgroep en het kunstklimaat in Nederland. Ze is niet alleen solidair, strijdvaardig of zelfs strijdlustig, maar ook menslievend en mededogend. Ze staat in het leven als een vrouw die opkomt voor de onschatbare waarde die kunst in de samenleving vertegenwoordigt. In dat pleidooi is ze vasthoudend, maar ook vol humor en relativering. Ook dat zijn overwegingen die bijdragen aan de geestdrift waarmee de jury Marlene Dumas aanbeveelt als kandidaat voor de Johannes Vermeer Prijs editie 2012.
De jury van de prijs bestond uit Janine van den Ende (voorzitter), Marie Hélène Cornips, Hans Goedkoop, Omar Munie en Erwin Olaf.