Juryrapport
De Johannes Vermeer Prijs is de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten, bedoeld om artistiek talent te eren en te stimuleren. Sinds 2009 wordt de prestigieuze prijs jaarlijks uitgereikt aan een in Nederland werkende kunstenaar die van uitzonderlijke betekenis is voor de kunstwereld en de samenleving. Bij de toekenning laat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zich bijstaan door een onafhankelijke jury, die niet alleen elke hoek van het kunstenveld zorgvuldig in kaart brengt, maar bij de afweging ook in de gaten houdt dat alle verschillende kunstdisciplines evenredig aan bod komen. Daarnaast laat de jury zich bij haar beoordeling leiden door de fase waarin de kunstenaar zich bevindt. De Johannes Vermeer Prijs is bedoeld voor iemand die al een herkenbaar en bestendig oeuvre heeft opgebouwd en die tegelijkertijd nog altijd verwachtingen schept. Zijn of haar artistieke carrière is volop in ontwikkeling.
Voor het eerst in de geschiedenis van de prijs viel de keuze dit jaar op een kunstenaar afkomstig uit de mode. Ontwerper Iris van Herpen is met haar 33 jaar de jongste prijswinnaar tot nu toe en toch is ze al zo ervaren dat ze niet meer weg te denken is uit de hedendaagse nationale en internationale modewereld. In tien jaar tijd ontwikkelde ze in rap tempo haar eigen gerenommeerde label, met eigentijdse collecties die om veel meer gaan dan kleding alleen. Daarmee daagt ze het geijkte concept van mode uit. Haar stijl kenmerkt zich door een interdisciplinaire aanpak: een eigenzinnige combinatie van beeldende kunst, dans, techniek en wetenschap, die niet alleen een adembenemende esthetiek voortbrengt, maar ook steeds weer de grenzen van de mode weet te verleggen. Haar ontwerpen slaan bovendien een brug tussen ambachtelijk vakmanschap en radicale innovatie. Het is vanwege die creatieve nieuwsgierigheid en ongebreidelde productiviteit dat de jury van de Johannes Vermeer Prijs Iris van Herpen unaniem aan de minister heeft voorgedragen.
Iris van Herpen wordt in 1984 geboren in het Gelderse Wamel, een dorp aan de Waal. Hoewel het gezin niet uitgesproken creatief is, wordt kunstzinnigheid, met name dansen en muziek maken, wel gestimuleerd. Als kind is Van Herpen vaak te vinden op de zolder van haar grootmoeder, waar een verzameling kostuums en theaterkleding voor eindeloos plezier zorgt. In haar tienerjaren begint ze kledingstukken te vermaken om ze daarna zelf te dragen. Zoveel mogelijk verschillende materialen gebruiken – dat is de uitdaging. Het zou goed kunnen, heeft ze wel eens in een interview gezegd, dat daar de kiem ligt van haar latere, onderzoekende houding, waarbinnen veel ruimte is voor experiment.
Na de middelbare school volgt Van Herpen de opleiding Fashion Design aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem. Ze loopt stage bij modeontwerper Alexander McQueen in Londen en bij kunstenaar / textielontwerper Claudy Jongstra in Amsterdam. Beiden stimuleren op hun eigen manier haar fascinatie voor het werken met diverse en niet voor de hand liggende materialen en technieken. Na een jaar reizen door Australië start Van Herpen in 2007 haar eigen label vanuit een atelier in Arnhem. Tijdens de Amsterdam Fashion Week presenteert ze haar eerste collectie: Chemical Crows, waarvoor ze onder andere gebruik maakt van de baleinen van 700 kinderparaplu’s. En dan gaat het hard. Twee jaar later al draagt de Amerikaanse superster Lady Gaga een creatie uit de collectie Mummification en begint het nationale en internationale prijzen te regenen.
Crystallization, Van Herpens zesde collectie uit 2010, is ook een mijlpaal. Niet alleen vanwege de beroemde ‘waterplasjurk’, een spectaculaire creatie bestaande uit druppels van plexiglas-achtig synthetisch materiaal, waarvoor Van Herpen samenwerkte met architectenbureau Benthem Crouwel, maar ook en vooral vanwege haar eerste 3D-geprinte kledingstuk. Deze intrigerende, sculpturale top komt voort uit een andere vruchtbare samenwerking: die met de Londense architect Daniel Widrig en het Belgische .MGX by Materialise. Hoewel de 3D-geprinte ontwerpen een bescheiden onderdeel uitmaken van Van Herpens brede oeuvre, is het dankzij die nog niet eerder in de mode gebruikte techniek dat haar naam wijd en zijd genoemd wordt. Time Magazine roept haar laagje voor laagje uitgeprinte jurken uit tot één van de vijftig beste uitvindingen van 2011. In hetzelfde jaar wordt ze gevraagd toe te treden tot de prestigieuze Chambre Syndicale de la Haute Couture in Parijs.
Niet lang daarna verhuist ze naar Amsterdam. In haar nieuwe studio legt ze zich niet alleen toe op haar haute couture-collecties, maar ook op een prêt-a-porter-lijn. Er verschijnen maar liefst drie boeken over haar werk, waarvan de eerste hoort bij het retrospectief dat het Groninger Museum in 2012 organiseert en dat daarna in uitgebreide vorm door Europa en de Verenigde Staten reist. Inmiddels zijn zes van haar jurken opgenomen in de collectie van het Metropolitan Museum of Art in New York. In 2015 wordt Van Herpen benoemd tot lid van de door de KNAW opgerichte Akademie van Kunsten.
Iris van Herpen is van nature bescheiden en introvert. Tegelijkertijd is ze behept met een buitengewone nieuwsgierigheid, die ervoor zorgt dat ze ondanks zichzelf regelmatig uit haar schulp kruipt. Door intensief met mensen uit verschillende disciplines samen te werken, weet ze haar oeuvre zowel te verdiepen als steeds weer te vernieuwen. Haar interesse in uiteenlopende onderwerpen als technologie, architectuur, dans, muziek en wetenschap zorgt voor verrassende vormen en silhouetten. Voor de collectie Voltage uit 2013, die de elektriciteit van het lichaam verbeeldt en waarin jurken lijken op bliksemschichten en uitwaaierende lichtstralen, werkt Van Herpen niet alleen met de Nieuw-Zeelandse experimentele lichtkunstenaar Carlos Van Camp. Ook laat ze zich inspireren door de Canadese architect Philip Beesley, met wie ze een liefde voor bijzondere materialen en structuren deelt. De architecten Neri Oxman van het MIT Media Lab en Julia Körner helpen haar bij het ontwikkelen van haar sensationele digitale ontwerpen.
Deze mensen en hun gespecialiseerde kennis vormen inmiddels een belangrijk onderdeel van de ontwerpstudio. Maar het is Iris van Herpen zelf die altijd het laatste woord heeft. Geen haute couture-jurk verlaat het atelier zonder dat zij er nog even aan heeft gesleuteld; haar cutting edge kleding blijft het resultaat van ouderwets vakmanschap. ‘New Couture’ noemt zij dit zelf. Van Herpen is intuïtief, perfectionistisch en wars van compromissen. Heeft ze iets in haar hoofd, dan houdt ze vol tot ze het bereikt. Zo krijgt ze het bedrijf Materialise, vooral gespecialiseerd in producten voor de medische industrie, zover dat het speciaal voor haar gaat experimenteren met 3D-geprinte materialen die flexibeler en buigzamer zijn dan tot dan toe gebruikelijk en daardoor beter geschikt voor kleding.
De draagbaarheid, dan wel de vermeende ondraagbaarheid van haar ontwerpen, is een onderwerp dat vooral in Nederland vaak terugkomt, waarschijnlijk omdat Nederlandse vrouwen zich boven alles afvragen of ze met hun dure jurk wel op de fiets kunnen. Het verbaast Van Herpen nogal eens; haar vertrekpunt is immers altijd het menselijk lichaam en hoe dat verandert wanneer het in beweging is. Niet voor niets is ze van kinds af aan uitermate geïnteresseerd in dans. In 2014 ontwerpt ze in opdracht van choreograaf Benjamin Millepied de kostuums voor zijn stuk Neverwhere voor het New York City Ballet. Ze vervangt de bekende roze spitzen door laarzen van zwart, rekbaar materiaal dat de enkels van de dansers ronder doet lijken. Ronde enkels zijn een teken van sierlijkheid, maar het te ver doorbuigen van de gewrichten kan gevaarlijk zijn en leiden tot permanente schade. Met haar ontwerp verwijst Van Herpen naar die extreme, donkere kant van ballet, waar esthetiek en destructiviteit dicht bij elkaar liggen. De kostuums vervaardigt ze van hetzelfde zwarte materiaal, dat licht reflecteert. Tijdens de première van Millepieds stuk kijkt ze zelf haar ogen uit, vertelt ze later in een interview; wanneer de dansers bewegen, lijken hun lichamen vloeibaar. In 2016 werkt ze opnieuw met Millepied samen, nu voor Clear, Loud, Bright, Forward, een choreografie voor de Opéra de Paris.
Van Herpen bezorgt de mens een nieuw lichaam en de mode een nieuw gezicht. Maar hoe futuristisch haar kleding ook oogt en hoe vanzelfsprekend het lijkt dat actrice Clara Delevingne haar zilveren ‘Aeriforme’ couturejurk draagt op de première van de sciencefictionfilm Valerian and the City of a Thousands Planets, de ontwerpen van Iris van Herpen zijn heel erg van nu. De technieken die ze toepast, de materialen die ze gebruikt – de meeste zijn er al een tijdje. Iemand moest alleen nog even bedenken dat je ze voor de mode kon inzetten. En laat die persoon nu degene zijn die vandaag de Johannes Vermeer Prijs krijgt uitgereikt.
De jury is onder de indruk van de unieke esthetische visie van Iris van Herpen. Ze is een bijzonder getalenteerde en baanbrekende ontwerper, die de mode uitdaagt en haar tegelijkertijd opnieuw definieert. Haar fascinatie voor andere kunstdisciplines en vakgebieden zorgt ervoor dat ze het ontwerpproces blijft benaderen met een gretigheid, originaliteit én kwaliteit die in Nederland en daarbuiten ongeëvenaard is gebleken. Van Herpen combineert vernieuwende digitale technieken en radicale materialen met traditioneel handwerk. Haar grensverleggende collecties, zowel de haute couture als de prêt-a-porter, hebben vanaf het prille begin een volstrekt eigen en herkenbare signatuur. De nieuwe vormen en ongewone silhouetten die ze creëert zijn evenwel nooit ver verwijderd van het menselijk lichaam; ze vullen het juist aan, maken het sterker.
In de volle overtuiging dat haar creatieve inspiratiebronnen nog lang niet zijn opgedroogd en dat haar werk ook anderen zal blijven bezielen en aansporen, heeft de jury met gepaste trots Iris van Herpen voorgedragen als de laureaat van de Johannes Vermeer Prijs 2017.
De jury van de prijs bestond uit Els van der Plas (voorzitter), Michel van der Aa (laureaat 2015), Ann Demeester, Jeroen Krabbé en Stephan Sanders.