Toespraak Minister Ingrid van Engelshoven
Ridderzaal, Den Haag, 30 oktober 2017
Geachte aanwezigen,
beste jury,
beste Iris,
Vanavond sta ik hier voor het eerst, als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. En mag ik jou, Iris van Herpen, de Johannes Vermeerprijs 2017 uitreiken, één van de meest prestigieuze prijzen voor kunst in ons land.
Het is voor mij een bijzonder begin, om jou hier tegenover al deze liefhebbers van je werk, vertegenwoordigers van het culturele veld, je collega’s, vrienden en familie, te eren voor je prachtige vakmanschap.
De Ridderzaal is vanavond een ereplaats, voor de kunst en creativiteit in Nederland. Want het belang daarvan in onze samenleving is groot.
Kunst is als zuurstof: een noodzaak.
En we hebben in Nederland een bloeiende creatieve sector, die we moeten koesteren. Daarom ben ik erg blij om te kunnen zeggen dat dit Kabinet flink in kunst en cultuur investeert, omdat ze van onschatbare waarde zijn. En ik vind het een grote eer dat ik als minister aan de slag mag met deze geweldige portefeuille.
Vanavond is extra bijzonder, omdat het de eerste keer is dat deze Staatsprijs in de kunst, naar een ontwerper van mode gaat. Na illustere voorgangers uit bijvoorbeeld de fotografie, de architectuur of het theater, werd dat tijd.
Maar, Iris, ik merk ook dat als ik je een ontwerper van mode noem, dat ik je in een hokje plaats. En ik weet dat zo’n hokje heel vaak geen recht doet aan wie er tegenover je staat.
Hokjes doen geen recht aan u, niet aan mij, en zeker niet aan jou.
Want, Iris, als ik je werk bewonder, dan zie ik hoe je met natuurkundige wetten speelt, hoe je materialen dingen laat doen die ze nog niet eerder deden, en dan zie ik dat de bubbel van de mode, niet jóuw bubbel is.
Want je doorkruist domeinen en disciplines, met je creaties.
En als ik nu zeg dat dát jouw werk typeert – het doorkruisen van domeinen en disciplines – dan zullen veel mensen bevestigend knikken.
Maar volgens mij is het in jouw geval nog meer dan dat. Volgens mij is wat jij doet, méér dan niet in hokjes denken.
Volgens mij werk jij zoals je werkt, omdat je grenzeloos denkt en kaders links laat liggen. Je werkt grenzeloos en dan is alles wat je ziet, alles wat je in het leven ontmoet, materiaal om mee te werken.
Dat kan gaan om de zichtbare wereld, die van het licht, of de natuur. Of juist van wat die natuur onzichtbaar te bieden heeft: de schat aan grondstoffen die de aarde rijk is, en die de fysieke componenten van jouw creaties worden.
Je gebruikt ze op manieren die niemand anders ooit voorzag: denk aan creaties geïnspireerd op water, ijs of staal. Je bent bekend met de kracht van de grondstof en laat ons een verlangen naar duurzaamheid zien.
Maar het grenzeloze werken kan ook gaan over de mensen die op je pad komen, of die jij actief benadert om mee samen te werken.
Dat is een ander punt waarin ik jou, én je collega’s in de mode, bewonder.
Want er zijn op dit moment meer Nederlandse vernieuwers in jouw discipline, die als vanzelfsprekend samenwerken met talent van buiten hun leefwereld.
En als ik dan over de spraakmakende creaties lees, van jou en je vakgenoten, dan lees ik ook verhalen over samenwerking. Dat wat tot stand komt, wat jullie in de wereld zetten, wat wij kunnen zien, kunnen beleven, dat is ontstaan dankzij grenzeloze blikken.
Iris, in jouw geval werkte je samen met hele diverse experts: een biotechnoloog, een magnetisme-kenner, een architect of een danser.
Je laat je bewegen, vanuit nieuwsgierigheid, en met een onvermoeibare belangstelling in wat je nog niet kent.
Het lijkt alsof je steeds opnieuw zoekt waar het vak van de ander juist jouw vak kan vernieuwen.
Je laat zien wat echte nieuwsgierigheid naar de ander, of naar het andere, teweeg kan brengen. Dat inspireert mij.
Want zo stap je uit de context van wat een modeontwerper is. En je veroorzaakt dat de gevestigde orde in de mode, in “Parijs”, zich opent voor vernieuwing.
Dan ben je een echte innovator, iemand die mode en technologie verbindt en vervolgens in het hart van de mode laat zien. Dat is uniek, en je doet dit door je werk voor je te laten spreken.
Dat zien we hier vanavond ook. Want kijk toch eens – naast de grote schoonheid van je werk, waarmee je de intrinsieke waarde van kunst laat zien, is jouw werk een opvallend uithangbord voor alles wat met fashion, future, digital, en science te maken heeft.
Daarbij combineer je vakmanschap met techniek. En je laat zien dat technische kennis niet alleen belangrijk is in technische beroepen. Je toont wat voor wereld er voor je open kan gaan als je je verdiept in techniek. Ik hoop dat dat jonge mensen inspireert, en dat de belangstelling voor technologie groeit.
Ondertussen is je werk bijzonder gewild. Je laat zien dat de kunstenaar én de koopman hand in hand kunnen gaan.
Dat maakt je één van de grote gezichten van Nederland.
En je zet via jouw werk ook ons land in de etalage.
Ik ben er trots op dat we wereldwijd gezien worden. En dat zullen de mensen hier in de zaal, die werken als cultureel vertegenwoordigers van ons land in vele buitenlanden, vast en zeker net zo voelen.
Iris, wat jouw modellen hier dragen, dat zou de generatie van m’n ouders van hun sokken blazen. Toen zij opgroeiden, was mode functioneel, en praktisch. Je kleding vertelde iets over je positie in de samenleving.
Toen ik opgroeide, als jong meisje in België en daar naar school ging, droeg ik een uniform. Iedereen droeg hetzelfde, dus positie zag je daar niet in terug en er was weinig unieks aan.
Maar in m’n vrije tijd was er ruimte, was er plaats voor expressie, en kon je in wat je droeg uitdrukken wie je was.
Die trend heeft zich alleen maar doorgezet. Mode is steeds meer een middel om je uit te drukken, om te laten zien wie je bent.
En misschien, Iris, misschien ga jij in jouw ontwerpen nog wel een stapje verder. En ben jij iemand die laat zien wie wij kúnnen zijn.
Daarmee doe je precies datgene wat ik zo belangrijk vind in kunst.
Je nodigt uit tot reflectie op identiteit. Je biedt perspectief en hoop op ontwikkeling.
Daar wil ik je graag voor bedanken. Want je bent een voorbeeld.
Een voorbeeld voor anderen in creatieve beroepen, een voorbeeld voor beleidsmakers in de cultuursector, een voorbeeld voor mensen die verbindingen willen leggen met anderen, en een voorbeeld voor mij in m’n nieuwe baan als minister.
Via deze waardering voor jou spreek ik heel creatief Nederland aan. Want een wereld die zo iemand voortbrengt, dat is een wereld die iets heel erg goed aan het doen is. En dat er in de kunst en cultuur nieuwe grensverleggers blijven opstaan, dat daar ruimte voor blijft, zie ik als mijn opdracht voor de komende jaren.
Want van talentrijke vakmensen zoals jij daar gun ik Nederland er meer van: méér ogen op de wereld, zoals de jouwe.
Dat zeg ik ook expliciet tegen de studenten in de zaal: kijk met grenzeloze ogen.
Dat zijn ogen die zoeken naar nieuw, naar spannend, en naar anderen. Dat zijn ogen die zoeken naar vraagtekens om mee aan de slag te gaan. En dat zijn ogen die zoeken naar antwoorden die tot de verbeelding spreken.
Beste Iris,
je laat het pashokje van de mode staan, maar duwt de muren omver.
En om je te eren voor jouw prestaties, en je in je verdere reis als grensverlegger te ondersteunen, overhandig ik je zometeen de Johannes Vermeerpijs, 2017.
Daarmee ontvang je een prachtige glasbokaal, gemaakt door Bernard Heesen. Je krijgt van mij het juryrapport, waarin je nog eens terugleest waarom juist jij deze prijs ontvangt. En je krijgt 100.000 euro, te besteden aan een volgend project. Ik las dat je al mooie ideeën hebt!
Voor nu wens ik je heel veel succes bij de volgende stappen die je gaat zetten, ik hoop dat je vanavond een feestelijke avond beleeft en ik nodig je van harte uit om op het podium deze mooie prijs in ontvangst te komen nemen.
Dank u wel.