Juryrapport
De Johannes Vermeer Prijs is de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten en wordt sinds 2009 jaarlijks uitgereikt aan een kunstenaar van buitengewoon statuur. Het is een prestigieuze prijs die uitdrukking geeft aan het belang dat de regering hecht aan artistiek toptalent en de uitstraling die dat talent heeft op onze maatschappij. Bij de toekenning laat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zich adviseren door een onafhankelijke jury die het kunstenveld verkent en inventariseert welke kunstenaars opzien baren door uitzonderlijke activiteit en creativiteit. Daarbij neemt de jury een gelijkwaardige vertegenwoordiging van de verschillende kunstdisciplines in acht: na laureaten afkomstig uit diverse kunstzinnige domeinen – theater, fotografie, beeldende kunst, grafisch ontwerp, film en architectuur – is dit jaar de scheppende toonkunst aan de beurt. Ten slotte speelt bij de overweging van de jury een rol in welke fase van zijn of haar artistieke carrière de kandidaat zich bevindt: de Johannes Vermeer Prijs is bestemd voor kunstenaars die verkeren op de toppen van hun kunnen. Hij of zij kan bogen op een evenwichtig en geprononceerd œuvre maar is tegelijkertijd nog volop in ontwikkeling.
De laureaat van dit jaar is de jongste tot nu toe. Met zijn 45 jaar legt de componist Michel van der Aa zo’n originaliteit, veelzijdigheid en productiviteit aan de dag, dat de jury hem unaniem en zonder enig voorbehoud aan de minister heeft voorgedragen. Met theatrale middelen weet Van der Aa een brug te slaan tussen de klassieke hedendaagse muziek en de moderne digitale techniek – een unieke synthese die misschien wel navolging vindt maar vooralsnog geen evenaring kent.
Leven en carrière
Michel van der Aa, geboren in 1970 in Oss, groeide op in een muzikaal gezin. Hoewel openlijke autobiografische referenties in zijn werk ontbreken, heeft Van der Aa herhaaldelijk verteld hoe zijn liefde voor de muziek zijn oorsprong vindt in de diepste lagen van zijn onderbewuste. Als kind leed hij dermate aan nachtmerries dat zijn ouders hem naar een kinderpsychiater brachten. Met de suggestie om via de muziek deze duistere wereld te ontsluiten, gaf deze arts niet alleen een adequaat therapeutisch advies, maar stond hij ook aan de wieg van een muzikale carrière die nu wordt bekroond met Nederlands enige staatsprijs.
Niet overtuigd van zijn eigen originaliteit volgt Van der Aa na de middelbare school eerst de opleiding muziekregistratie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij zich het ambacht van de opnametechniek eigen maakt. Vervolgens meldt hij zich bij de compositieafdeling en neemt lessen bij Louis Andriessen, Gilius van Bergeijk, Roderik de Man en Diderik Wagenaar. In 1999 wint hij als eerste Nederlander de Internationale Gaudeamus Muziekprijs, die sinds 1950 jaarlijks aan de meest belovende jonge componist wereldwijd wordt uitgereikt. Het is een begin van een gestage reeks hoofdzakelijk internationale prijzen.
In 2002 permitteert Van der Aa zich een sabbatical dat hij aanwendt om een opleiding filmregie te volgen aan de New York Film Academy, in 2007 gevolgd door een intensieve cursus aan het Lincoln Center Theater Director’s Lab. In de tussenliggende jaren krijgt Van der Aa opdrachten vanuit de hele wereld en worden zijn werken gespeeld op alle belangrijke internationale concertpodia: van Tokio tot Toronto, van Lyon tot Los Angeles. Vooral zijn muziektheaterwerken oogsten in het buitenland veel lof: de manier waarop hij muziek, theater en technologie combineert zou de opera een (uit)weg naar de 21ste eeuw kunnen wijzen. Daarnaast kent het œuvre van Van der Aa ook een groot aantal composities bestemd voor de concertzaal. Ook deze puur muzikale werken, voor kleine bezetting, ensemble of orkest en met onder anderen de violiste Janine Jansen en de mezzosopraan Christianne Stotijn als solist, vinden hun oorsprong veelal in een theatraal idee dat een extra dimensie geeft aan de muziek.
Michel van der Aa is een eenpitter én een teamworker. Hij is een perfectionist die alle aspecten van zijn werk het liefst in eigen hand houdt. In de muziektheaterwerken One en After Life tekende hij voor zowel de partituur en de tekst als de regie – schaken op drie borden tegelijk, zoals hij het zelf noemt. Voor de 3D-opera Sunken Garden besteedde hij voor het eerst het libretto uit en wel aan de Britse romancier David Mitchell. Aan de recente totstandkoming van de interactieve digitale liedcyclus The Book of Sand – een coproductie van het Holland Festival, het Sydney Festival, BBC’s The Space en Google Cultural Institute – heeft een team van maar liefst vijftig technici gewerkt.
Van der Aa legt de lat hoog, voor zichzelf en voor de mensen om hem heen. Met zijn enthousiasme, professionaliteit en krachtige ideeën weet hij anderen te motiveren tot het uiterste te gaan bij de lastige opgaven die hij zichzelf en anderen stelt. Hij realiseert complexe werken, die vooraf niet een gewisse uitkomst bieden, maar waarvan hij de noodzaak glashelder weet over te brengen.
Het œuvre van Michel van der Aa, dat is ondergebracht bij het internationaal toonaangevende uitgevershuis Boosey & Hawkes, omvat ruim veertig werken, waaronder vijf grootschalige muziektheaterstukken. In 2010 heeft hij het label Disquiet Media opgericht dat tot doel heeft de grenzen van de nieuwe media te onderzoeken, in de hoop nieuwe distributiekanalen en platforms voor de klassieke muziek te ontwikkelen. Zo probeert hij publieksgroepen te bereiken die normaliter niet snel in aanraking komen met de wereld van de gecomponeerde muziek. Datzelfde ideaal ligt ten grondslag aan zijn optredens in De Wereld Draait Door waarvoor hij enkele mini-opera’s componeerde. Ten slotte heeft Van der Aa, als een van de vertegenwoordigers van de hedendaagse muziek, zitting in de vorig jaar door de KNAW opgerichte Akademie van Kunsten.
Œuvre
Een terugkerend motief in het œuvre van Van der Aa is de verhouding mens-machine, een klassiek thema dat in onze tijd, waarin het dagelijks leven steeds meer wordt bepaald door de technologie, actueler is dan ooit. Al op het conservatorium schrijft Van der Aa stukken waarin de muzikant een geluidsband of cassetterecorder als tegenspeler krijgt. De frictie tussen de imperfectie die inherent is aan de mens, en de rigiditeit die eigen is aan de techniek, levert een theatrale spanning op die Van der Aa in al zijn werken verder exploreert.
In het monodrama One treft de Canadese sopraan Barbara Hannigan haar evenbeeld aan op een groot videoscherm: samen geven zij het emotioneel verwrongen personage vorm. Het blijkt een vingeroefening voor After Life, naar de gelijknamige film van de Japanse regisseur Hirokazu Koro-Eda, waarin de zangers, op de drempel van de dood, zichzelf terugzien in documentaire filmfragmenten. Even intrigerend is de mysterieuze relatie tussen de solocelliste in Up-close en haar oudere alter ego op het filmdoek. Muziek en beeld grijpen op een geraffineerde manier in elkaar, en laten de toeschouwer alle ruimte een eigen interpretatie te vormen. In The Book of Disquiet, met de Duitse acteur Klaus Maria Brandauer in de hoofdrol, zet Van der Aa het medium film in om de heteroniemen van de Portugese schrijver Fernando Pessoa gestalte te geven. Een novum bereikt hij in The Sunken Garden, waarin enkele droomachtige scènes met behulp van cinematografische 3D-technieken zijn vormgegeven waardoor een illusie binnen de toch al illusoire wereld van het theater ontstaat. Van der Aa’s multidisciplinaire kunstwerken weerspiegelen zo de gelaagdheid van het menselijk bewustzijn.
Het werk van Michel van der Aa is krachtig en aangrijpend doordat hij de techniek uitsluitend inzet vanuit een dramatische noodzaak. Of het nu een manipulatie van de tijd betreft (een spel met heden en verleden) of een interventie in de akoestiek (waardoor een nieuwe muzikale ruimte ontstaat), altijd hebben deze ingrepen betekenis binnen het verhaal dat hij wil vertellen – veelal handelend over existentiële thema’s zoals eenzaamheid, de verhouding tot de ander en de dood. De techniek fungeert als een theatraal middel, waarmee hij grote ontroering teweeg brengt.
The Book of Sand, op tekst van Jorge Luis Borges, is in dit opzicht een hoogstandje. Deze digitale liedcyclus is ontworpen voor de computer, waarbij de gebruiker zelf kan switchen tussen de drie lagen waaruit de vertelling is opgebouwd. Zonder een vloeiende synchroniteit in beeld en geluid zou de geloofwaardigheid van dit drama niet mogelijk zijn. De complexe en geraffineerde ‘achterkant’ van deze mooi vormgegeven app geeft nieuwe inhoud aan het begrip ‘interactieve kunst’.
Gronden van verlening
De jury van de Johannes Vermeer Prijs is onder de indruk van de grote kwaliteiten van Michel van der Aa: hij is een nieuwe renaissance man die verschillende disciplines op hoog niveau beheerst. Binnen het domein van het muziektheater heeft hij zich ontwikkeld tot een vernieuwer van internationale allure. Aanstekelijk is zijn brede interesse die maakt dat hij, zelf geworteld in de hedendaagse gecomponeerde muziek, even gemakkelijk een verbinding legt naar de literaire klassieken van de twintigste eeuw, zoals Pessoa en Borges, als naar de beeldtaal van de moderne cinema, het idioom van de popmuziek, de digitale cultuur en de mores in het operahuis. Daarmee plaatst hij de hedendaagse muziek in een nieuwe context, die een ingang biedt aan een groter en meer divers publiek zonder de traditionele muziekliefhebber kwijt te raken.
De jury waardeert het karakter van Michel van der Aa, wiens bevlogenheid en perfectionisme niet alleen hemzelf maar ook de mensen om hem heen tot grote hoogten brengen. Met een doorzettingsvermogen dat hier en daar naar het obsessieve neigt, realiseert hij zijn grensverleggende ideeën. Arrogantie is hem vreemd – ondanks de vele prijzen die hij reeds in ontvangst heeft mogen nemen.
In het volle vertrouwen dat Nederland nog veel van hem zal horen, heeft de jury Michel van der Aa voorgedragen als de laureaat van de Johannes Vermeer Prijs 2015.
De jury van de prijs bestond uit Ernst Hirsch Ballin (voorzitter), Irma Boom, Claudia de Breij, Ann Demeester en Stephan Sanders.