Biografie

Natasja Kensmil (Amsterdam, 1973) volgde haar opleiding aan de Gerrit Rietveld Academie en aan De Ateliers, beiden gevestigd in Amsterdam. Kensmil woont en werkt in Amsterdam en wordt vertegenwoordigd door andriesse ~eyck galerie.

Kensmil verwijst in haar werk vaak naar historische thema’s en de wisselwerking tussen verleden en heden (Living Ancestors). Tegenstellingen als macht en onmacht (Tsar, Elizabeth 1), het aardse en het spirituele (Books of Hours) en opoffering en geweld (The Martyrdom of Tsar) spelen daarin een grote rol. Met de vele details, lagen en nuances in haar grote doeken confronteert Kensmil ons met de schaduwkanten van ons menselijk bestaan en onze geschiedenis.

De afgelopen jaren was haar werk in diverse museale tentoonstellingen te zien in binnen-en buitenland, waaronder in het Stedelijk Museum (Amsterdam), Van Abbemuseum (Eindhoven), Stevenson (Zuid-Afrika), The Rubell Family Collection (Miami), Royal Hibernian Academy (Dublin), en National Museum of Women in the Arts ( Washington).

Ze is momenteel te zien in de Amsterdam Museum-vleugel van de Hermitage met de solotentoonstelling Monument der Regentessen, en in het Fries Museum met een nieuw werk voor de tentoonstelling Icons.

Vanaf 25 september zal de eerste overzichtstentoonstelling van Natasja Kensmil in Nederland te zien zijn in Kunsthal KAdE. De tentoonstelling A Poison Tree toont een dwarsdoorsnede uit haar oeuvre, van de vroegste werken uit eind jaren negentig tot recente series, en gaat gepaard met de verschijning van een oeuvrecatalogus door Alauda Publications en KAdE. Binnenkort verschijnt een documentaire over Kensmil van regisseur Lisa Boerstra, geproduceerd door Interakt.

Ter gelegenheid van de uitreiking van de Johannes Vermeer Prijs organiseert het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap jaarlijks een presentatie op basis van het werk van de prijswinnaar in de OCW-Etalage, een tentoonstellingsruimte direct naast de ingang van het ministerie aan de Rijnstraat 50 te Den Haag. De presentatie over het werk van Natasja Kensmil is te zien vanaf 1 november 2021 tot en met januari 2022.

Natasja Kensmil ontving voor haar werk verschillende prijzen, waaronder de Koninklijke Subsidie voor Vrije Schilderkunst (nu Koninklijke Prijs) in 1998.