Bibliografie van fotowerk
De foto’s en fotoseries van Erwin Olaf (Hilversum 1959) werden in de loop van vijfentwintig jaar in talloze binnen- en buitenlandse kranten, tijdschriften en vakbladen gepubliceerd.
De meeste van de series (portfolios), die hij als autonoom kunstenaar maakte, zijn tevens in boekvorm verschenen. Olafs werk is daarnaast opgenomen in tal van binnen- en buitenlandse overzichten van de (geschiedenis van de) hedendaagse fotografie.
De bibliografie hieronder bevat een ruime selectie uit de boeken die, op een enkele uitzondering na, uitsluitend zijn foto’s betreffen.
Een overzicht van het fotografisch oeuvre van Erwin Olaf en zijn installaties alsook enkele trailers uit zijn recente korte films zijn te bekijken op: www.erwinolaf.com.
Films en video’s
Erwin Olaf maakte zijn eerste korte film Vanity Five in 1987. Daarna volgden korte films en videoclips en videokunst, in eigen beheer of in opdracht, zoals La Pat (VPRO 1990), en Tadzio, samen met beeldend kunstenaar Frans Franciscus (voor de Stichting Oud-Amelisweerd 1991). Muziekvideo’s voor o.a. Mathilde Santing, Karin Bloemen, Doop, Paul de Leeuw, Volumnia en clips voor de zender MTV. Opdrachtfilms voor o.a. Veilig Verkeer Nederland, Het Nationale Ballet, The most beautiful kisses voor Aidsfonds/Gay Games (1999) en diverse korte video’s en films die Olaf opdraagt aan vrienden of waarmee hij als veejay feestelijke gelegenheden opluistert. Sprookjes van Grip (VPRO 1998) is vanwege de lengte een uitzondering in zijn filmografie: een documentair gedraaide film van 55 minuten over het werkproces van danseres Anne Affourtit en zangeres Mathilde Santing naar hun voorstelling toe, waarbij de camera als voyeur optreedt.
Vanaf 2000 ontstonden korte films die telkens verwant zijn aan of in verband staan met zijn autonome fotoseries: Spanking Clowns (2000) ontstond in de periode van zijn Paradise-project. Voorts maakte hij Separation (2003), Rain (2004), Rouge (2005), Le dernier cri (2006), Grief (2007), het tweeluik Dusk&Dawn (2009).
Daartussen en daarna ontstonden korte filmverhalen als Wet (2005) en Annoyed (2005), de ‘pornofilms’ Revanche 1 (2009), Revanche 2 (2010), de kostuumkomedie La tristesse riche (2010), een commercial voor de Hermitage Amsterdam, waarin het beeld van Alexander de Grote zijn ogen opent, en een commercial Vente privée desire met snakkende klanten voor een verzendfirma (beide in 2010), en recent vijf films onder de noemer ArtPorn Project en twee films Couple in House en Metro Urban, ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van dansgroep Introdans (2011).
Over Erwin Olaf maakte Michiel van Erp de documentaire On beauty and fall (2009).
Tentoonstellingen
Olaf had zijn eerste solotentoonstelling in 1990 met de serie Blacks. 17 Royal Portraits in het toenmalige museum Fodor in Amsterdam. Sindsdien volgden, vrijwel jaarlijks, vele exposities van afzonderlijke series. Daaronder speciale opdrachten zoals tijdens het fotofestival Naarden in 1995 Mind of Their Own: glamourfoto’s van verstandelijk gehandicapte kinderen van het centrum Dennendal in Den Dolder. Al tijdens zijn studie aan de School voor Journalistiek had hij in het centrum gefotografeerd. Olaf keerde er in 1997 terug om een vaste installatie te maken van regen- en zonneschermen op het terrein waarvoor hij onder meer een bewoonster fotografeerde als clowntje.
Olaf exposeerde de afgelopen twintig jaar in galeries en musea over de hele wereld, o.a. het Stedelijk Museum Amsterdam (1992), Frankfurter Kunstverein en Kunsthal Rotterdam (1993), Stadtmuseum Erlangen (1995), Roslyn Oxley9 Gallery Sydney (1996), Ludwig Museum Keulen (1998), Bilbao Art Centre (2001), Laurence Miller Gallery New York (2001), Museum Sztuki Lodz (2005) en galeries en musea in Italië, Rusland, Japan. In 2008 exposeerde hij voor het eerst in China in Shenzhen en Hongkong. Peking volgde in 2010. Zijn vaste galerieën in Nederland zijn Reflex in Amsterdam en Flatland in Utrecht. Vanaf 2005 exposeert hij zijn series in New York bij Hasted Hunt.
Retrospectieven van zijn werk waren onder meer te zien in MuHKA in Hasselt (2001), Cultuur Centrum Knokke-Heist (2002), Museo d’Arte Nuoro, Italië en het Groninger Museum (2003), Photo Museum Antwerpen (2009), Ruarts galerie in Moskou (2009), Domus Artium Salamanca (2009-2010).
Speciale projecten waren onder veel meer: de reeks portretten van Nederlandse Marokkanen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam; het plafond voor de Nederlandse ambassade in Warschau (een mozaïek van blauw geschminkte gezichten met felrode lippen en gesloten ogen) en in samenwerking met architect Rem Koolhaas de decoratie van een openbare wc in Groningen.
Collecties
In Nederland is Olafs werk in de collecties opgenomen van onder meer Centraal Museum Utrecht, Gemeentemuseum Den Haag, Groninger Museum Groningen, Prentenkabinet Leiden, Rijksmuseum Amsterdam, Stedelijk Museum Amsterdam.
Buitenlandse musea die werk van hem hebben aangekocht zijn onder meer: Ludwig Museum Keulen, North Carolina Museum of Art Raleigh, Fondation Francès Senlis, Collezione La Gaia Piemonte, Ars Fundum Madrid, George Eastman House.
Grote bedrijfs- en particuliere verzamelingen waarin zijn werk is opgenomen zijn onder andere de ING Art Collection, de Caldic Collection, Rabobank in Nederland en The Franks-Suss Collection en Sir Elton John Collection in Engeland.
Onderscheidingen
Voor zijn serie Chessmen werd Olaf in 1988 onderscheiden met de eerste prijs in de Young European Photographer Competition. Hij ontving prijzen voor reclamecampagnes, zoals Silver Lion Award van Cannes in 1998, voor zijn Diesel jeans campagne en in 2001 voor de Heineken campagne. Andere onderscheidingen waren onder meer: Photographer of the Year in the International Colour Awards (2006), de uitverkiezing Kunstenaar van het Jaar door het tijdschrift Kunstbeeld (2007), de Amerikaanse Lucie Award 2008 voor zijn verdiensten op het gebied van reclamefotografie en de bekroning dit jaar voor zijn gehele oeuvre met de staatsprijs Johannes Vermeer Prijs 2011.